Achter mij zie ik het rode lampje van de camera schijnen. Hij doet het. Zo zelfverzekerd mogelijk loop ik naar de deur. ‘Dag mevrouw van de Berg, vindt u het goed als dit gesprek wordt opgenomen voor de huisartsenopleiding?’
Haar blik richt zich tot de camera. ‘Ja hoor, dat is goed.’
‘Dank u wel, waar komt u voor?’
‘Ik heb pijn in mijn buik’, zegt ze met een zorgelijke blik.
Ik schud alle benodigde vragen, om tot een perfecte anamnese te komen, uit mijn mouw: ‘hoe lang speelt het, waar zit de pijn, kunt u de pijn beschrijven, hoe gaat het met de ontlasting…?’
Mevrouw de Berg doet haar best om alles zo goed mogelijk te beantwoorden. ‘Ergens in het midden van de buik, het is een beetje zeurend.. alsof er naalden inzitten… weet u wel…?’
Nee, denk ik. Maar dat geeft niet, het gesprek loopt vlot en ik zie al helemaal voor me hoe ik eindelijk een goed filmpje kan inleveren voor het video-examen bij mijn opleiding.
Vol enthousiasme begeleid ik haar naar de onderzoeksbank, geef daarna een korte samenvatting van mijn bevindingen, bespreek het behandelplan en ik rond het gesprek af met de vraag of alles begrepen is. Vol verwachting kijk ik haar aan of er een bevredigend antwoord komt.
Het verlossende ‘ja, het is mij duidelijk dokter’ komt er op een vriendelijke toon uit. We kijken elkaar met een glimlach aan, staan op, en schudden de hand. ‘Tot een volgende keer!’
De nachtmerrie van elke huisarts in opleiding
De deur gaat achter haar dicht, ik leg mijn stethoscoop op tafel en plof neer in de -niet goed afgestelde- bureaustoel. Ik loop tien minuten uit op schema, maar dat weerhoudt mij niet om even na te genieten van het feit dat die verschrikkelijke opnames van het consult nu misschien niet meer nodig zijn. Tijdens de geneeskundeopleiding was het al dé nachtmerrie van de student, maar ook nu, als huisarts in opleiding, blijft het terugzien van jezelf op een filmpje tenenkrommend. Als een halve actrice probeer ik aandachtig te luisteren naar de patiënt, terwijl mijn hoofd overuren maakt of ik alle verplichte onderdelen heb besproken.
Soa schaamte
De volgende patiënt komt binnen. Een jongen van achttien jaar vraagt of hij een SOA-test kan doen. De camera laat ik dit keer maar even uit.
‘Heb je klachten’, vraag ik.
‘Nou nee, maar ik heb pas een nieuwe partner en zou het toch graag voor de zekerheid willen weten’, vertelt hij met een wat afwijkende blik en blozende wangen. ‘Ik dacht trouwens dat ik mijn eigen huisarts vandaag zou zien?’
Een vraag die ik zo vaak tijdens mijn opleiding krijg gesteld, dat ik die inmiddels zonder enige verontwaardiging beantwoord. ‘Ik kan u ook helpen, als je in dit potje plast hebben we over een week de uitslag.’
Wijde ogen kijken mij aan. ‘Dus… er hoeft geen wattenstokje gebruikt te worden?’, vraagt hij met een voorzichtige opluchting in zijn stem.
‘Nee, dat hoeft niet’, stel ik hem gerust. Ik wacht nog even met de mededeling dat ik uiteraard wel lichamelijk onderzoek zal moeten doen.
‘Ik heb trouwens nog een vraag dokter, als u daar tijd voor heeft?’
Nee, daar heb ik nooit tijd voor, denk ik, en zeg: ‘eh… ik zal even voor je kijken’.
Toch niet voldoende?
Opeens schiet mij te binnen: shit, heb ik nou net niet aan mevrouw van de Berg gevraagd of zij nog een tweede vraag had die ze vandaag wilde bespreken - één van de honderd vragen die in het filmpje terug moet komen om een voldoende te halen.
Nee, dat heb ik niet gedaan, en daar gaat dus mijn filmpje.
Zuchtend ga ik verder met het consult terwijl de jongen zich schoorvoetend uitkleedt.
Dit wordt een lange dag.
Reactie plaatsen
Reacties